De overheid heeft meer en meer aandacht voor de brand- en vluchtveiligheid in woongebouwen. De regelgeving wordt dan ook steeds strenger. Bijvoorbeeld als het gaat om brand- en rookkleppen, die ervoor zorgen dat rook zich niet door het hele complex kan verspreiden. Aan welke regels moet je precies voldoen en welke hulpmiddelen kun je gebruiken om een en ander goed in te richten in nieuwbouwcomplexen? Jan Nies van Hemmink legt het uit.
Waarom strengere regelgeving?
‘De grotere focus op brand- en vluchtveiligheid is vrij logisch als je naar de ontwikkelingen kijkt’, vertelt Jan. ‘Niet alleen worden woongebouwen groter en complexer, wat vraagt om uitgebreidere brandveiligheidsmaatregelen, maar we hebben er bijvoorbeeld ook mee te maken dat ouderen langer thuis blijven wonen. De overheid stimuleert dit, maar het betekent wel dat er extra maatregelen nodig zijn om senioren te helpen als er brand uitbreekt.’
‘Daarnaast moet je er rekening mee houden dat brand zich tegenwoordig sneller verspreidt. Dat heeft alles te maken met het materiaal van de meubels. Die zijn steeds vaker synthetisch, denk aan het schuim dat erin zit. Dit materiaal brandt ontzettend snel en produceert ook nog eens enorm veel rook. Die rookontwikkeling is, meer nog dan vuur, erg gevaarlijk. Vooral ook omdat de vluchtveiligheid ermee in het geding komt.’
‘Iets dat ook invloed heeft op de vluchtveiligheid, is de aanwezigheid van de vele scootmobielen in complexen’, vervolgt Jan. ‘Senioren parkeren hun scootmobiel vaak in de gang van het complex en dat blokkeert of hindert de vluchtweg. Bovendien hebben de voertuigen accu’s die in brand kunnen vliegen. Geen beste combinatie.’
Rookkleppen, relais en deurdrangers
Genoeg aanleidingen dus om de regels aan te scherpen. ‘Een van de regels die onlangs is aangepast, heeft te maken met brand- en rookkleppen’, zegt Jan. ‘Het idee is dat de kleppen voorkomen dat rook zich door het ventilatiekanaal verspreidt door het hele wooncomplex. Voorheen reageerden deze kleppen alleen op warmte. Als het te heet werd, smolt het loodje, waardoor de kleppen sloten.’
Sinds 1 juli 2021 gelden er voor nieuwbouw andere eisen voor de weerstand tegen rookdoorgang. Jan: ‘Hiervoor moet je uitgaan van de nieuwe NEN 6075. Brand- en rookkleppen die alleen thermisch reageren, voldoen niet meer. De kleppen moeten ook reageren op koude rook. Je wil namelijk tegengaan dat deze rook zich door het gebouw kan verspreiden en ook de vluchtweg van anderen in gevaar brengt’.
Hoe zorg je ervoor dat de kleppen bij rookontwikkeling dichtvallen? ‘Dat doe je door de kleppen via een relais aan te laten sturen door rookmelders’, legt Jan uit. ‘De rookmelder detecteert de rook en geeft een signaal aan het relais. Het relais stuurt dan de rookkleppen aan. Zo werkt het ook met deurdrangers. De melder detecteert en stuurt via het relais de deurdranger aan. Op die manier houd je de rook in bepaalde ruimtes en blijft de brandcompartimentering in stand.’
En nu?
De oplossing is dus duidelijk. Door rookmelders via een relais aan de kleppen te koppelen, zorg je ervoor dat de kleppen rookgestuurd worden. Je kunt deze koppeling maken met 230V-gevoede rookmelders, maar ook met batterijgevoede melders.
Heb je hier hulp bij nodig of wil je weten waar je de rookmelders het beste kunt plaatsen om de rook goed te kunnen detecteren? Neem contact op met de adviseurs van Hemmink via info@hemmink.nl of 038 – 469 8200.