Rookmelders koppelen en selectief inleren

Hemmink-rookmelders-selectief-koppelen-header

Wat doe je als eerste als er brand uitbreekt? Vluchten. Toch? Of werkt dat anders in woongebouwen en appartementencomplexen? ‘Dat ligt eraan’, zegt Luuk Hekman van Hemmink. ‘Het kan in sommige gevallen beter zijn om in je woning te blijven. Dat is onder andere afhankelijk van de plek van de brandhaard en de gebouwindeling. Het koppelen en selectief inleren van rookmelders helpt je om bewoners alleen te alarmeren als het écht nodig is.’ Luuk legt uit hoe dit de vluchtveiligheid van woongebouwen ten goede komt.

Koppelen van melders

In een woongebouw kun je eigenlijk niet om het koppelen van rookmelders heen. Koppel je niet, dan worden bewoners namelijk alleen gealarmeerd als de melder in hun eigen woning afgaat. Luuk: ‘Is er brand op de gang of in het trappenhuis van een complex? Dan ben je te laat als je moet wachten totdat de melder in de woning door die rook in alarm gaat. Je vluchtweg is door die rook dan namelijk al geblokkeerd. Melders koppelen is hier dus cruciaal. In dit soort gebouwen doen de melders hun werk dan pas echt goed’.

‘Het selectief inleren van de melders maakt de situatie nóg veiliger’, vervolgt Luuk. ‘We instrueren de melders dan om alleen in bepaalde situaties te reageren op elkaars alarm. In het ene geval gaat er niet 1 melder af, maar een heel stel melders in dezelfde groep en in het andere geval gaat er puur een alarm af in de woning en blijft het daarbij. Door hier onderscheid in te maken, maken we situaties veiliger en voorkomen we dat we mensen onnodig alarmeren.’

Hoe werkt selectief inleren?

Luuk legt uit hoe selectief inleren werkt. ‘Bij selectief inleren creëer je eenrichtingsverkeer tussen melders. De ene kant op geeft een melder het alarm door aan de gekoppelde melders en de andere kant op niet.’

‘Stel je voor dat het alarm van een melder op de gang afgaat. We hebben de melders vooraf selectief ingeleerd en hebben ingesteld dat als de melder in de gang alarm slaat, de melders in woningen die grenzen aan die gang, ook afgaan. Op die manier zorgen we ervoor dat mensen op tijd kunnen vluchten.’

‘Maar begint de alarmering bij een rookmelder in één van de woningen? Dan willen we juist voorkomen dat de melders in de andere woningen of op de gang in alarm gaan. Er is namelijk altijd een reële kans dat een melding onterecht is. En daar wil je zo min mogelijk mensen mee belasten.’

De melders van Ei Electronics zijn de enige in de markt die je selectief kunt inleren. Luuk: ‘Door alleen de mensen te alarmeren die we ook daadwerkelijk willen alarmeren in een situatie, zorgen we ervoor dat bewoners de volgende brandmelding nog steeds serieus nemen en voorkomen we schijnveiligheid’.

Tot wel 30 componenten koppelen per groep

Door melders selectief in te leren, kunnen we dus onderscheid maken in verschillende situaties. Zo gaan specifieke melders de ene keer wel in alarm en de andere keer bewust niet. Luuk: ‘Je kunt binnen 1 gebouw meerdere groepen aanmaken. Binnen zo’n groep kun je wel 30 melders en andere componenten draadloos aan elkaar koppelen’.

‘Voorbeelden van andere componenten waaraan je rookmelders kunt koppelen, zijn relais, controle units, handalarm-melders of tools waarmee je de status bekijkt van de melders.’

Koppelen in complexe woongebouwen

Maar wat doe je nu precies als een woongebouw bijvoorbeeld 5 verdiepingen heeft? ‘In dat geval kan het verstandig zijn om per verdieping 1 groep aan te maken’, legt Luuk uit. ‘Melders en andere componenten binnen deze groep koppel je draadloos aan elkaar. Je kunt ook eventueel groepen aan elkaar koppelen, bijvoorbeeld als het gebouw 1 trappenhuis heeft en daarmee dus ook maar 1 vluchtweg. Als die vluchtweg bemoeilijkt wordt, wil je namelijk ook andere verdiepingen alarmeren. Omdat verdiepingsvloeren behoorlijk dik zijn, gebeurt het koppelen van dit soort groepen in woongebouwen altijd via een draad.’

‘Heeft een gebouw meerdere vleugels, dan kan het verstandig zijn om per verdieping meerdere groepen te maken, zodat elke vleugel zijn eigen groep krijgt. Vervolgens kun je ook aan elke groep een relais koppelen waarmee je bijvoorbeeld een deurdranger of rookklep kunt aansturen. Ook verstandig met het oog op de nieuwe regelgeving. In woongebouwen waarin woningen op een inpandige ruimte uitkomen, moeten voordeuren vanaf 1 juli namelijk van vrijloopdeurdrangers zijn voorzien.’

De mogelijkheden van andere componenten

Vrijloopdeurdrangers worden dus in bepaalde gevallen verplicht. Voordeuren die bij een rookalarm dichtvallen gaan rookverspreiding tegen waardoor je vluchtroutes vrijhoudt en de brandcompartimentering in stand houdt. ‘Met een relais kun je bovendien niet alleen deuren aansturen, maar bijvoorbeeld ook apparatuur die zorgt voor een externe melding’, voegt Luuk toe. ‘Denk aan een bericht op je telefoon of een directe doormelding naar een alarmcentrale.’

‘Ook is het verstandig om een controle-unit aan een groep te koppelen. Met deze knop op de muur kun je bij een alarm direct de brandhaard lokaliseren en alle melders uit alarm halen. Door melders en andere componenten aan elkaar te koppelen kun je zo nog meer veiligheid inbouwen.’

Meer weten?

Afhankelijk van de indeling van een gebouw kun je verschillende keuzes maken als het gaat om de installatie van rookmelders en andere componenten. Welke rookmelder plaats je waar, wie alarmeer je in welke situatie, welke componenten kun je het beste gebruiken en hoe werkt selectief inleren exact? Luuk Hekman kan je er alles over vertellen. Neem vrijblijvend contact met hem op via +31 38 4698 233 of per mail, hij helpt je graag verder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *