Binnen de voedingsmiddelenindustrie heb je te maken met verschillende wetgeving en richtlijnen die de voedselveiligheid waarborgen. Waar schuurt het tussen regelgeving en praktijk en hoe houd je hiermee rekening bij het ontwerpen van je bekabeling?
Welke richtlijnen en documenten zijn relevant voor de voedingsmiddelenindustrie
Er is veel wetgeving voor voedselveiligheid van toepassing. Maar welke daarvan zijn nu relevant? Hieronder noemen wij de belangrijkste wet- en regelgeving waar eindgebruikers, machinebouwers en adviseurs in de voedingsindustrie mee te maken hebben. Deze richtlijnen zijn opgesteld om een besmetting in de voedingsmiddelenindustrie te minimaliseren en de voedselveiligheid te waarborgen.
- General Food Law / Warenwet
In de General Food Law (of: Algemene Levensmiddelen Verordening), staan de hygiëne-eisen vermeld waaraan producenten van levensmiddelen moeten voldoen. In Nederland is dat de Warenwet waar alle eet- en drinkwaren onder vallen. Deze wet vereist dat alle producten die op de markt gebracht worden, veilig zijn. - CE-verklaring en de Machinerichtijn 2006/42/EC
Wanneer een machinebouwer een CE-markering op zijn machine plaatst, verklaart hij dat de machine aan alle relevante Europese wetgeving voldoet. Dit betekent dat de machine voldoet aan de machinerichtlijn 2006/42/EC inclusief de specifieke paragraaf over machines bestemd voor gebruik met levensmiddelen om risico’s op voedsel- of biochemische besmetting te vermijden (hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.1). Hierin staat onder andere dat een machine zodanig ontworpen moet zijn dat materialen voor elk gebruik gereinigd kunnen worden, onderdelen glad zijn, geen rillen, spleten bevatten, reiniging en desinfectie makkelijk mogelijk is, etc. Met het ondertekenen van de CE-verklaring committeert de machinebouwer zich aan deze verplichtingen.
- Materialenverordening EC1935/2004
In deze richtlijn staan regels vermeld over de traceerbaarheid van materialen die in direct contact komen met voedsel (voedselcontactmaterialen). Producenten zijn wettelijk verplicht om in een systeem bij te houden waar grondstoffen of producten vandaan komen en aan wie dit vervolgens geleverd is. Op deze manier is bij een eventuele terugroepactie de traceerbaarheid gegarandeerd.
- Verordening (EG) Nr. 2023/2006/EG.
In deze verordening staat vermeld aan welk eisen de fabricagemethoden van producten moeten voldoen.
- De hygiëneverordening EC852/2004 / HACCP
De EU-hygiëneverordening EC852/2004 schrijft de evaluatie van mogelijke risico’s in elk segment van het productieproces voor. Zo staat in annex II over levensmiddelenhygiëne dat oppervlakken glad, afwasbaar moeten zijn en van corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet zijn gemaakt. In hoofdstuk V staan eisen over schoonmaak, onderhoud en reparatie van apparatuur en onderdelen die met voedsel in aanraking komen. Ook staat hier vermeld dat appratuur en onderdelen zodanig geïnstalleerd moeten worden dat de omringende ruimte goed gereinigd kan worden. - HACCP
HACCP is een risico-inventarisatie voor bedrijven die zich bezighouden met de bereiding, verwerking, behandeling, verpakking, vervoer en distributie van levensmiddelen. Met behulp van Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP) zet een bedrijf preventief op een rij wat er fout kan gaan en hoe dit voorkomen kan worden. Dit beheersproces (7 stappen) moet ervoor zorgen dat het productieproces van alle voedingsmiddelen gepaard gaat met zo weinig mogelijk risico op besmetting
- NEN-EN 1672-2 (Europees) / NEN-EN-ISO 14159 (internationaal)
De Europese norm EN1672-2 is in overeenstemming met de Machinerichtlijn en richt zich specifiek op hygiënische aspecten en reinigbaarheid.
Voedsel en veiligheid, basisbehoeften
Voedsel en veiligheid zijn basisbehoeften van de mens. Als dit niet op orde is, levert dit gezondheidsrisico’s op. Dat kan heel ver gaan, van milde gezondheidsklachten tot overlijden aan toe. Daarom mag voedselveiligheid zeker geen sluitpost zijn, daar zijn de risico’s te groot voor. Gelukkig nemen de Europese machinebouwers voedselveilig produceren zeer serieus. Nederland en Duitsland nemen momenteel het voortouw op het gebied van voedselveiligheid en hygiënisch ontwerp in de voedingsmiddelenindustrie.
Het ‘schuurt’ tussen wetgeving en praktijk
Het niet naleven van veiligheidsvoorschriften en basisprincipes is vaak een oorzaak van besmettingen. Toch zitten er tussen wetgeving en praktijk gaten en knelpunten. Zo is er bijvoorbeeld onduidelijkheid tussen Europese en nationale richtlijnen.
Wet- en regelgeving leidt vaak tot discussie omdat er niet concreet benoemd is wat in de praktijk moet gebeuren om te voldoen aan de regelgeving. Wanneer iets niet 100% duidelijk is, leidt dat tot discussies en knelpunten. Mensen zijn zoekende en er is ruimte voor eigen interpretatie van de regelgeving. Dit biedt ruimte aan verschillende werkgroepen, zoals EHEDG, om met deze onduidelijkheid aan de slag gaan. EHEDG is hierbij een kartrekker.
Hygiënisch bekabelen, geen wetgeving beschikbaar
Onder andere hygiënisch bekabelen is een aandachtspunt. Dit is namelijk niet gedefinieerd en verwoord in een richtlijn. EHEDG heeft daarom de praktijkrichtlijn ‘Hygiënische bekabeling’ opgesteld. In deze richtlijn lees je meer over de verschillende bekabelingssystemen die geschikt zijn voor de voedingsmiddelenindustrie en goed te reinigen zijn. Deze praktijkrichtlijn is tot stand gekomen door de huidige EHEDG richtlijnen te beoordelen op toepasbaarheid, functionaliteit, reinigbaarheid en voedselveiligheid. (bron: SafeFoodFactory).
De rol van EHEDG
De European Hygienic Engineering & Design Group (EHEDG) heeft meer dan 50 praktijkrichtlijnen gepubliceerd op praktisch elk gebied binnen hygiënisch ontwerpen en voedselveilig produceren. De praktijknormen zijn praktische invullingen van de EN-normen en vormen een verdere leidraad.
Binnen dit kennisinstituut zijn verschillende werkgroepen actief, elk op een eigen deelonderwerp om zo meer helderheid over de interpretatie van wetgeving te geven. Zo worden onder andere alle relevante EU-normen besproken en waar nodig aangevuld of gecorrigeerd.
Maar ook EHEDG is niet altijd concreet. Dat blijkt bijvoorbeeld uit deze vraag van een deelnemer aan het food webinar dat Hemmink samen met Wouter Burggraaf organiseerde:
NEN en EHEDG melden de oppervlakteruwheid niet expliciet, waar kan ik wel duidelijkheid vinden?
“De wetgever heeft de oppervlakteruwheid open gelaten: glad. EHEDG niet. EHEDG vertelt het verhaal erom heen. Als een leiding reinigbaar moet zijn tot op microbieel niveau, dan moet de gemiddelde ruwheid (Ra) kleiner dan 0,8 micrometer zijn. Als een product droog is – en droog gereinigd – dan mag daarvan worden afgeweken. Dat is maar goed ook want sommige poeders hebben juist een bepaalde minimale ruwheid nodig om makkelijk te kunnen glijden. De NEN-EN 1672-2 heeft deze aanbeveling deels overgenomen. (bron: Wouter Burggraaf/SafeFoodFactory)
Lees ook het interview met Wouter Burggraaf na afloop van het webinar.
Bewustwording, een groot goed
Er is geen wetgeving over hygiënisch bekabelen; vanuit de overheid worden hier geen wettelijke kaders en eisen aan gesteld.
Toch is dit van groot belang. Kabels die zich in de productie-zone bevinden, kunnen een risico vormen voor de voedselveiligheid. Ga maar na, wat als er bacteriën in je productlijn terecht komen en een hele batch producten teruggeroepen moet worden?
In ons volgende blog gaan wij hier dieper op in en vertellen we meer over de verschillende zones en bijbehorende risico’s.
Heb je ons eerste blog over het beperken van de risico’s op besmetting in de voedingsindustrie gemist? Lees het hier terug.