Veel Nederlandse meterkasten hebben stress. Ze zijn niet gebouwd op het intensieve stroomgebruik van tegenwoordig. Bovendien zijn ze vaak rommelig, worden ze nauwelijks getest en knutselen particulieren er veel aan. Het zorgt ervoor dat het risico op brand in de meterkast steeds groter wordt. Hemminks Jeroen Schipper pleit voor duidelijk beleid rondom veiligheid van de meterkast.
Van gas naar elektrisch
Nederland gaat massaal van het gas af. Particulieren, maar ook corporaties, zijn druk bezig om bestaande aardgasinstallaties zoveel mogelijk te vervangen voor elektrische alternatieven. Zonnepanelen op het dak, een inductiekookplaat, een warmtepomp en misschien een eigen laadpaal voor de elektrische of hybride auto. En dat vraagt nogal wat van de meterkast, vertelt Jeroen Schipper.
Jeroen: ‘We doen tegenwoordig dingen met de meterkast waarvoor ze vroeger niet bedacht zijn. Én waar veel meterkasten nog steeds niet op gebouwd zijn. De aanpassingen die worden gedaan, deels door corporaties, deels door bewoners zelf, zorgen voor een langdurig hogere belasting van de installatie. En waar die installatie vroeger ruim bemeten was, gaat dat nu allemaal maar nét. Dat kan ervoor zorgen dat als op een zonnige dag de zonnepanelen volop stroom leveren en er tegelijkertijd een aantal elektrische apparaten veel stroom vragen, er oververhitting ontstaat.’
Geen duidelijke wetgeving
De huidige wet- en regelgeving stelt weinig harde eisen aan de staat van elektrische installaties in bestaande woningen. Jeroen: ‘Er staat nergens in de wet dat we de hele meterkast moeten vervangen als we nieuwe toevoegingen doen in bestaande installaties. Mijn vrees is dus dat dat niet altijd gebeurt, met alle gevolgen van dien. Woningcorporaties voelen zich verantwoordelijk voor de veiligheid van hun bewoners, maar het is lastig om goed te bepalen wat veilig is en wat niet meer. De bewoners mogen bovendien vaak zelf bepalen of ze een inductieplaat nemen, elektrisch gaan verwarmen of soms zelfs zonnepanelen leggen. Dat kan voor onveilige situaties zorgen die niet in het zicht zijn.’
Visie op de meterkast
Nu er zoveel wordt aangepast aan meterkasten, moeten we strenger kijken naar elektrische installaties, vindt Jeroen. ‘Ik denk dat woningcorporaties visie en beleid moeten ontwikkelen op de kwaliteit van de meterkast. We weten dat het hele landschap de komende jaren elektrisch wordt en dat veiligheid belangrijk is. Met dat in het achterhoofd kun je beleid gaan maken.’
Daarbij doelt Jeroen op beleid dat zowel op wetgeving gebaseerd is, maar ook op keuzes op basis van kennis van de expert. Bijvoorbeeld dat er een voldoende zware netaansluiting in iedere woning moet komen, dat er genoeg groepen zijn om alles veilig aan te sluiten, dat er alvast ruimte wordt gereserveerd voor toekomstige uitbreidingen en dat er heldere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van de componenten.
Jeroen: ‘Maar ook heel praktisch: nu al beginnen met het inventariseren van de bestaande meterkasten, bijvoorbeeld bij periodiek onderhoud of storingen. Zo weet je als corporatie wat er eigenlijk achter de deur van al die kasten zit.’
Grondige controle
Om zeker te weten dat het beleid nageleefd wordt, zijn periodieke controles door een woningcorporatie of installateur belangrijk. Jeroen: ‘Vaak kijken corporaties alleen bij een verhuizing of renovatie naar de meterkast. Maar als je naar de NEN 8025 kijkt, dan is er iets voor te zeggen om periodiek de veiligheid van de technische installaties van het pand te controleren. En als je toch bezig bent, pak je direct de NEN 1010 mee omdat je dan meer weet over de staat van de groepenkast: is alles veilig aangelegd en werkt het ook?’
Meer weten?
Wil je meer weten over meterkastveiligheid of over de NEN-normen? Neem contact op met onze adviseurs via info@hemmink.nl of 038 – 469 8200.