Van wetgeving tot praktijk
Brandveiligheid in de meterkast begint met meten en inspecteren

De meterkast is een kleine ruimte met een groot risico. Storingen en brand liggen op de loer. Zeker nu de meterkast steeds zwaarder wordt belast door verduurzaming. Er kan bij het aansluiten van bijvoorbeeld PV-panelen, een warmtepomp of laadpaal veel misgaan. Kies daarom altijd voor goed inspecteren en meten. Daarmee kun je de risico’s en faalkosten bij installatie en onderhoud reduceren en de veiligheid van bewoners optimaliseren.
‘Een bewoner van een tussenwoning in Amersfoort stapt in bed. Nog even Netflix kijken en dan slapen. Plots hoort hij een harde klik en valt zijn tv-verbinding weg. Hij loopt de trap af naar de meterkast en zet de aardlekschakelaar weer omhoog. Tevergeefs. De groep vliegt er opnieuw uit. Dan maar de laadstekker van zijn elektrische auto uit de wandcontactdoos halen. Weer boven komt hem vanaf de zolderverdieping rook tegemoet.….’ Dit op waarheid gebaseerde scenario is helaas geen uitzondering.
Menselijk handelen en technische fouten
Naast menselijk handelen is elektriciteit een belangrijke oorzaak van woningbranden. Daarbij is brand in de meterkast een van de grootste oorzaken. Een brand in een meterkast kan zich via leidingen en bedrading snel uitbreiden. Een veilige meterkast is dus topprioriteit voor veilig wonen. Als je bedenkt dat elektrische problemen op hun beurt vaak het gevolg zijn van (nalatig) menselijk handelen, is het voorkomen van woningbrand dus ook …. mensenwerk!
Steeds meer aansluitingen in woningen
De stroombehoefte per huishouden is de afgelopen 25 jaar enorm gestegen. Een hedendaags huishouden gebruikt aanzienlijk meer elektrische apparaten dan vroeger. Vrijwel elke huisinstallatie bestaat tegenwoordig uit tientallen componenten en aansluitpunten. Vooral door de komst van duurzame elektrische energiesystemen (zonnepanelen, warmtepompen, thuisaccu’s en laadpalen) en inductiekookplaten. Het elektriciteitsverbruik in een woning is dan ook sterk toegenomen.
Het aanleggen, aanpassen en onderhouden van die laagspanningsinstallaties verloopt in de praktijk niet altijd even veilig en vakkundig. Dat heeft gevolgen voor de brandveiligheid, met name waar de elektriciteitsvoorziening samenkomt: in de meterkast.
Risico’s in de meterkast
Een meterkast kan een sluimerende brandhaard zijn. Veel voorkomende risico’s zijn:

Verkeerde faseverdeling en te veel apparaten op dezelfde groep: toevoegingen, zoals inductiekookplaten, PV-panelen, laadpalen en warmtepompen kunnen thermische overbelasting en zelfs brand veroorzaken.

Onjuiste bekabeling: verkeerd tracé, verkeerde diameter, te grote lengte en/of te dicht op elkaar liggende bekabeling of meerdere aders onder één aansluiting kunnen overgangsweerstand en oververhitting veroorzaken.

Slechte contacten/aansluitingen: losse of slecht aangedraaide schroef- of steekverbindingen en onjuist geperste kabelschoenen kunnen overgangsweerstand, spanningsverlies en hittevorming veroorzaken.

Verouderde componenten: verouderde installatie-automaten, aardlekschakelaars of bedrading verhogen het risico op falen of brand.
Daarnaast zijn er risico verhogende factoren, zoals slechte ventilatie, stof, de opslag van brandbare spullen en slechte afwerking van brandwerende doorvoeren.
De risico’s zijn groter voor bestaande woningen want daarvoor gelden minder strenge regels en is de keuze van een installateur vrij. Vrijwel iedereen mag aanpassingen aan de groepenkast doen doordat keuringseisen ontbreken. Daarentegen gelden bij nieuwbouwwoningen strengere regels en worden er doorgaans erkende installatiebedrijven ingezet.
NEN 1010 verplicht voor nieuwbouw en verbouw
Een meterkast hoeft geen potentiële brandhaard te zijn mits je die aanlegt, wijzigt en onderhoudt volgens de normen en regels. NEN 1010 is de belangrijkste relevante technische norm voor elektrische wooninstallaties, zie ook NEN 1010 in de woningbouw. Deze norm bevat diverse bepalingen die brandrisico’s in de meterkast beperken (zie tabel).
Tabel. Brandpreventie in de meterkast – kernbepalingen NEN 1010.
Artikel | Onderwerp | Beschrijving |
430 | Overbelastingsbeveiliging | Afstemming kabeldoorsnede, belasting en automaat voorkomt thermische overbelasting. |
433/434 | Kortsluitbeveiliging | Automatische afschakeling bij foutstromen voorkomt vonkvorming of smeltbrand. |
422 | Thermische effecten | Installatie mag geen gevaar opleveren door warmte. Let op ventilatie en componentkeuze. |
526 | Deugdelijke verbindingen | Foute of losse verbindingen veroorzaken overgangsweerstand en hittevorming. |
512 | Materiaalgeschiktheid | Alleen goedgekeurde (CE, EN/IEC) componenten gebruiken. Geen onbekende of namaakdelen. |
536.4.2.2 | Warmteafvoer en ventilatie | Voorkom ophoping van warmte door dichte opbouw of volle kastindeling. |
527 | Beperking branddoorslag en -voortplanting | Leidingen en invoeren mogen brand niet versnellen of doorvoeren naar andere ruimten. |
61 (H. 6) | Inspectie en beproeving vóór ingebruikname | Visuele en elektrische controle voorkomt installatie- of aansluitfouten. |
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) verwijst expliciet naar NEN 1010 als richtlijn voor laagspanningsinstallaties. Daarmee is NEN 1010 (juridisch!) verplicht voor zowel nieuwbouw als voor verbouwingen die invloed hebben op de elektrische installatie. De hele installatie, inclusief de meterkast, moet dus worden aangelegd en getest volgens NEN 1010.
Nota bene: Wanneer na brand door een elektrische installatie blijkt dat die niet aan NEN 1010 voldeed, kan dat gevolgen hebben voor de eventuele schadevergoeding.
Het Bbl maakt onderscheid tussen bestaande bouw en nieuwbouw. Voor de bouw van nieuwe woningen schrijft het Bbl de omgevingsregeling NEN 1010:2015 + A1:2020 voor. Voor bestaande bouw geldt dat installaties veilig, deugdelijk en geschikt moeten zijn, maar er is geen directe plicht tot naleving van de actuele NEN 1010, tenzij bij uitbreiding of vernieuwing.
Het Bbl bevat ook specifieke eisen voor het verbouwen van bouwwerken (art. 5.4). Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of het vergroten van een installatie.
- Het geheel vernieuwen van een installatie.
In het eerste geval mag het veiligheidsniveau van de elektrische installatie niet lager zijn dan vóór de verbouwing met als minimale eis het veiligheidsniveau dat het Bbl voorschrijft voor bestaande bouw. In het andere geval moet je voldoen aan de nieuwbouweisen.
Visueel inspecteren én technisch meten
Na aanleg, uitbreiding of aanpassing van een elektrische installatie is een keuring of inspectie volgens NEN 1010 de professionele standaard. Deze inspectie is geen wettelijke verplichting, maar toont aan dat de installatie veilig is, voldoet aan de norm en het risico op brand tot een minimum beperkt.
Erkende installateurs die werken volgens NEN 1010 voeren deze inspectie standaard uit. Bij oplevering van utiliteitsgebouwen – zoals kantoren, winkels, scholen en zorginstellingen – vragen opdrachtgevers bovendien steeds vaker om een officieel inspectierapport.
Een NEN 1010-inspectie bestaat uit een visuele inspectie, gevolgd door elektrische metingen en een eindrapport.
Bij de visuele inspectie kijk je, eventueel ondersteund door documentatie, of de installatie correct, veilig en volgens de voorschriften van de fabrikanten is uitgevoerd. Zijn alle onderdelen correct geïnstalleerd? Heb je de juiste materialen toegepast? Vertonen componenten beschadigingen of verkleuringen? Is er gevaar voor schokken, warmteontwikkeling of brand? Heb je de juiste elektrische beveiligingen per groep gemonteerd? Voldoet de bekabeling aan de beoogde energiestromen? Enz.
Na de visuele inspectie moet je elektrische metingen verrichten om aan te tonen dat de installatie ook daadwerkelijk goed functioneert. Dat omvat onder andere metingen van de aardlekschakelaar (uitschakeltijd en foutstroom), de isolatieweerstand (kans op lekstroom), de aardingsweerstand, de continuïteit van beschermingsleidingen en de polariteit.
De inspecteur zal de resultaten van de visuele inspectie en de metingen gedetailleerd verwerken in een rapport. Dit eindrapport toont aan dat de installatie aan NEN 1010 voldoet en kan bij brand relevant zijn voor de verzekeraar. Verzekeraars kunnen zo’n keuringsrapport zelfs eisen om bijvoorbeeld verhuur toe te staan.
Periodieke inspecties
Het is aan te bevelen, maar niet verplicht, om de visuele inspectie en metingen regelmatig, bijvoorbeeld elke 5 of 10 jaar, te herhalen. Dat geldt met name bij oudere installaties, na een verbouwing of wijziging, bij twijfel aan de veiligheid en bij aankoop van een woning.
Voor verhuurders is er geen expliciete wettelijke plicht tot periodieke inspecties. Maar het is wel een aanrader, ook vanwege de zorgplicht van de verhuurder voor een veilige installatie. Bovendien kunnen verzekeraars inspectie-eisen stellen.
Specifieke apparaten en aansluitingen
Door de energietransitie is de noodzaak van inspecties en metingen toegenomen. Er zijn in de meterkast steeds meer aansluitingen bijgekomen voor soms grote stroomverbruikers. De PV en EV-voorzieningen worden vaak aangesloten op een bestaande installatie die daar niet voor gedimensioneerd is. Maar PV-panelen en laadpalen zorgen voor een vrijwel continue hoge belasting van de groepenkast. Verdeelkasten zijn niet altijd berekend op die langdurige, hoge warmteafgifte waardoor brandrisico kan ontstaan.
Voor grote energieverwerkers zoals omvormers (PV-installaties), warmtepompen, laadpalen en inductiekookplaten gelden enkele algemene technische eisen en aanbevelingen:
- Voldoe aan NEN 1010
- Sluit het apparaat aan op een aparte groep, indien nodig met een 3-fasenaansluiting
- Zorg voor correcte aarding en aardlekbeveiliging.
- Zorg voor voldoende ventilatie.
Multifunctionele installatietester
Voor metingen aan de laagspanningsinstallatie in de meterkast kun je gebruikmaken van een multifunctionele installatietester, zoals de Metrel MI3155 Eurotest XD. Dit instrument kun je heel eenvoudig meer dan 40 grootheden volgens NEN 1010 meten: van de aardverbinding, de isolatieweerstand en werking van aardlekschakelaars tot kortsluitvastheden in verdeelinrichtingen. Vervolgens kun je de bevindingen eenvoudig in een rapport opslaan en delen.
De Metrel MI3155 Eurotest XD heeft een groot gebruiksgemak. Je doorloopt automatische en stap voor stap alle voorgeprogrammeerde metingen (AutoSequences). Het instrument toont wat je moet meten en je herkent meteen waar je eventueel een verkeerde waarde hebt ingevuld. Bovendien verloopt elk nieuw meetproces volgens dezelfde methode, zodat vergelijking van resultaten makkelijk is. Installaties testen was nog nooit zo makkelijk.
Ondersteuning op maat
Elektrische wooninstallaties aanbrengen, uitbreiden en wijzigen brengt specifieke risico’s en verantwoordelijkheden met zich mee als het gaat om brandveiligheid. Heb je twijfels over welke normen en regelgeving relevant zijn? Wil je je werk goed of nog beter doen door metingen en inspecties professioneel uit te voeren? Ben je op zoek naar toegevoegde waarde voor klanten? Hemmink kan je deskundig ondersteunen met uiteenlopende trainingen, zoals NEN10.
Hoe moet je installaties meten en testen volgens NEN 1010? Welke normen en regels zijn relevant en hoe voer je de verplichte metingen uit? In deze merkonafhankelijke training combineer je theorie en praktijk met hands-on metingen in de meterkast.
Veiligheid is een keuze.